Emigreren naar Tenerife met een baby van 4 maanden oud? Dat doe je niet zomaar en het vergt veel voorbereiding. Te midden van een pandemie komt er nog meer bij kijken. Petra neemt je mee in haar proefemigratie.
Onze emigratieplannen, deel 1
Op het moment dat ik dit schrijf is het nieuwe jaar zo’n 2 weken oud. Dat betekent dus dat we hier vorig jaar gekomen zijn, op Tenerife. Een beetje flauwe redenatie natuurlijk, want als we in juli waren gekomen en we er net zolang zouden zijn als nu, was dat gewoon in hetzelfde jaar geweest. En toch voelt het wel alsof we hier ‘al jaren’ zijn. Je zou denken dat dat impliceert dat ik me hier thuis voel en dat de tijd voorbij vliegt omdat ik het zo leuk heb. Maar dat ligt toch net iets genuanceerder… (hou je vast, dit wordt nogal een lang verhaal, in meerdere delen).
Living the dream
Al van jongs af aan hou ik van verhuizen. En dan bedoel ik niet de taak zelf. Ik bedoel: in het begin is het leuk, maar als je dagen- of wekenlang bezig bent met kasten leegmaken en de inhoud van ‘rommellades’ uitpluizen (die heeft iedereen toch? Of zeg ik nu iets geks?), vergaat mij in elk geval in het geheel de zin om ooit nog iets te kopen dat ‘misschien ooit handig is’, maar dat je uiteindelijk nooit gebruikt.
Nee, ik bedoel de onderneming van het opnieuw beginnen: een nieuw kleurtje op de muur van het nieuwe huis, een plekje helemaal opnieuw inrichten, een nieuwe omgeving verkennen, een andere supermarkt labelen als ‘onze nieuwe supermarkt’, nieuwe routes van en naar werk rijden, dát verhuizen. In mijn kindertijd zijn we niet vaak verhuisd, in mijn jongvolwassen leven (jeetje, ik klink nu wel heel oud), des te meer. Maar dat deed ik dan zelf en alleen. Geen wereldschokkende verhuizingen, vaak gewoon binnen 30 kilometer van waar ik al woonde. Oh, en één keer naar Utrecht, toen ik rebels wilde zijn en ‘het kleindenkende Limburg’ wilde verlaten (overigens was ik binnen een half jaar weer terug, want ik kon écht niet aarden, helaas).
Waar die verhuisdrift vandaan komt? Geen idee. Ik wen vrij snel ergens en ben vaak ook snel weer uitgekeken op die nieuwigheid, misschien is dat het. En ik vind het oprecht dus ook leuk om te doen.
Logisch vervolg
Het was dan op zich ook helemaal geen gekke gedachte dat ik ooit eens naar het buitenland zou vertrekken. Na een aantal keren op vakantie te zijn geweest naar de Canarische eilanden, stond Tenerife ineens op het lijstje. Toen ik manlief ontmoette en ik ook met hem een keer naar Tenerife op vakantie ging, stond het ook op zijn lijstje. Concrete plannen hadden (en hebben) we amper, maar dát we zouden gaan, stond vast. Helaas werd de droom steeds maar vooruit geschoven, want we kozen voor een heftig ICSI-traject (voor degene die dit niet kent: IVF maar dan net even anders). Helaas duurde het ruim 4 jaar aan bloed, zweet, tranen en enorme rekeningen totdat we onze dochter konden ontmoeten, maar daar was ze dan! En dus stond daar de Tenerife-droom ineens bovenaan ons lijstje!
Veel geregel voor de emigratie
Onze banen eindigden of werden beëindigd, ik regelde online woonruimte, oppas voor ons huis kwam zó ineens op ons pad (dank u, Universum!) en met 3 koffers, een hoop babyspullen en wat handbagage gingen we op weg. We werden soms voor gek versleten als we erover vertelden (want baby én pandemie én geen inkomen), maar we gingen! We hadden hier lang genoeg op moeten wachten, er zou nooit een ‘ideaal moment’ komen en als de wereld dan toch op zijn (of haar?) gat lag, waarom dan niet? En de mensen die dicht bij ons stonden, keken er nu ook weer niet écht van op.
Eerlijk gezegd vond ik de vlucht hierheen nog het spannendst, al duurt die maar een uurtje of 4. Lena was net 4 maanden oud en ik las de vervelendste verhalen online over kindjes die oorpijn kregen, poepluierexplosies hadden of -om welke reden dan ook- het hele vliegtuig bij elkaar huilden. Maar wat viel het mee! Netjes vóór de vlucht gepoept, geen enkele last van de oren en op hier en daarna een huiltje na, geen dramatische taferelen aan boord. Een goed begin!