Tessa voor Beebs and Moms
Baby Column Moederschap

Hoe ik mijn kinderen van de fopspeen af kreeg

Toen ik een kind kreeg was ik nogal anti-fopspeen. In diverse ‘blije dozen’ zaten speentjes, die ik in een laatje wegstopte zonder van plan te zijn ze ooit te gebruiken. Het zou niet goed zijn voor de tanden, maar bovenal zag ik al bij voorbaat al op tegen het weer moeten afleren van zo’n ding. Toen mijn man en de kraamverzorgster voorzichtig voorstelden om toch een speentje uit de verpakking te halen -gezien zij halve dagen met een pink in de baby zijn mondje hingen- was ik dan ook niet heel enthousiast. Maar ik zag de zuigbehoefte bij mijn zoon en de fopspeen bleek een uitkomst.

Stoppen met de speen

Ik had mijn huiswerk omtrent spenen gedaan, en wist dat rond de 6 maanden die zuigbehoefte flink zou afnemen. Met een jaar wilde ik de speen dan ook weg hebben. Twee gebroken nachten verder besloten we dat plan nog maar even uit te stellen, maar een paar maanden laten vervingen we de speen door een knuffel en zonder al teveel gedoe werd die overgang geaccepteerd. Hoera! Mijn dreumes ging speen-loos door het leven! Easy peasy.

Bij mijn dochter was er dan ook niet de vraag ‘to speen or not to speen’. Er lag gewoon een rijk gesorteerd aanbod klaar. Dat ze gretig aannam. Wel waren speentjes alleen om mee te slapen. Een regel die we, zoals dat gaat met tweede kinderen, bij mijn dochter iets minder strikt hanteerde dan voorheen bij mijn zoon. Zo strak als ik mijn ideeën over het ouderschap opvolgde bij mijn oudste lukte dat niet bij de jongste. Omdat ik milder en makkelijker werd. En ook omdat behoeftes en passende aanpakken nogal kunnen verschillen tussen kinderen. Het eerste jaar was mijn dochter geen makkelijke slaper en toen het beter werd had ik weinig zin om de speen weg te halen en weer een bak drama open te trekken. Daarbij leek Lenna veel meer aan het afgelebberde stukje rubber te hechten dan Joas destijds. Ook toen ze twee werd waren er steeds redenen om het afleren van de speen nog éven uit te stellen. Iets met een pandemie, of een periode met minder goede nachten, of luieruitslag en buikpijn, of het was héél druk deze week. Redenen genoeg. Of smoesjes. Omdat ik er zelf ook gewoon geen zin in had.

Toch zeurde dat stemmetje in mijn achterhoofd. Dat dit niet was wat ik wilde. Aan haar gebit was duidelijk te zien dat ze speende. Maar hoe kreeg ik haar eraf? De fopspeen inruilen voor een knuffel ging niet, daar lagen er al een stuk of 9 van in haar bed. Na de uitleg dat spenen voor baby’s zijn wilde ze die van haar wel aan haar pasgeboren nichtje geven. Maar ‘eens gegeven blijft gegeven’ kon wel eens wrok opleveren dus dat leek me geen goed plan. We deden rond haar derde verjaardag nog een poging die we na hartverscheurend huilen staakten. Daarna legden we het ding naast haar met de mededeling dat ze eerst moest proberen te slapen zonder, en als dat niet lukte dat ze hem dan mocht pakken. Wat erin resulteerde dat we 20 seconden nadat we welterusten hadden gezegd “ik lukt het niet!” door de babyfoon hoorden scanderen. Ik zocht nog wat naar boekjes om het allemaal in te leiden. Maar uiteindelijk besloot ik om het maar gewoon te doen. Spenen weg en cold turkey afkicken.

‘De spenen zijn weg’, was de enige uitleg die mijn peuterdochter van me kreeg. Direct wilde ze het plankje bestuderen waar ze normaal altijd op lagen. “Ja, speentjes zijn weg” was ook haar conclusie. En “want een speen is voor baby’s en ik ben niet een baby”. Blijkbaar was dat na de 874 keer dat wij dat gezegd hadden het afgelopen half jaar toch ook wel doorgedrongen. Die middag ging ze naar bed zonder speen. En zonder te huilen. Maar ook zonder te slapen. ’s Avonds vroeg ze er tot mijn verbazing ook niet naar. Het duurde even, een uurtje of twee, maar ze ging slapen! Met angst en beven ging ik de nacht in, verwachtende dat er weinig nachtrust zou volgen. Om de volgende ochtend wakker te worden en verrast te constateren dat ze gewoon doorgeslapen had!

De dagen erna vroeg ze wel regelmatig naar haar speen. Meer dan ‘de spenen zijn weg’ of ‘die heb ik niet meer’ heb ik niet gezegd. Om vervolgens de aandacht gauw naar iets anders te verleggen. Soms kost het haar wat langer om in slaap te vallen of moet ik een paar minuten bij haar zitten omdat ze niet alleen wil zijn. Maar dat is niets vergeleken bij de voorstellingen die ik me in mijn hoofd haalde wanneer ik dacht aan het moment dat we de speen weg zouden doen. Blijkbaar was ze er klaar voor. Overigens zijn de spenen nog niet echt weg. Ze liggen stiekem achterin een hoog keukenkastje. Daar blijven ze voor de zekerheid ook nog even. Zo blijkt: een kind van de speen af helpen is zo’n punt nog niet. De móeder er vanaf krijgen, dat is het echte obstakel.

Tessa

Hola! Mijn naam is Tessa. Ik ben 35 jaar, getrouwd met Oscar en moeder van Joas van bijna 6 en Lenna van bijna 3. In het dagelijks leven werk ik incidenteel als receptioniste en ben ik dus voornamelijk thuisblijfmoeder. Daarvoor heb ik zowel in het bedrijfsleven als in het basisonderwijs gewerkt. Buiten de dagelijkse beslommeringen besteed ik de overige tijd graag aan lezen, legpuzzels maken, podcasts luisteren en series kijken. Ook doe ik soms een poging tot sportiviteit in de vorm van een lesje Pilates. Ik ben dol op borrelen maar heb een hekel aan koken. En oh ja, ik hou ook best wel van schrijven dus 😉

«

»